De belasting die u moet betalen over uw vermogen in box 3 wordt vanaf 2023 op een andere manier berekend. Dat kan gevolgen hebben voor de voorlopige aanslag van 2024. We zitten namelijk in de overbruggingsjaren naar het nieuwe box-3-stelsel dat vanaf 2027 in moet gaan.
In dit artikel leggen we kort uit wat de belangrijkste wijzigingen zijn en wat dit in 2024 voor u kan betekenen.
Wat valt er in box 3?
We beginnen bij het begin: een van de onderdelen van uw belastingaangifte is het inkomen in Box 3. In deze box valt het inkomen uit vermogen. Onder vermogen vallen bijvoorbeeld bezittingen zoals spaargeld, aandelen en een tweede woning. Het vermogen is de waarde van alle bezittingen min de schulden.
Over een deel van het vermogen hoeft u geen belasting te betalen. In 2024 is dat € 57.000 als u alleen bent en € 114.000 als u een fiscaal partner hebt. Deze bedragen zijn hetzelfde als in 2023. Voor groene beleggingen en groene spaartegoeden – geld dat geïnvesteerd wordt in projecten rond bijvoorbeeld milieubescherming – gelden hogere vrijgestelde bedragen. Van de schulden mag u alleen het deel aftrekken dat uitkomt boven een drempel.
Over uw vermogen in box 3 betaalt u in 2024 36 procent belasting. In 2023 was dat nog 32 procent.
Wat is er veranderd aan de manier waarop de belasting in box 3 wordt berekend?
In box 3 wordt het vermogen in drie categorieën onderverdeeld: banktegoeden, beleggingen en andere bezittingen en schulden. In de nieuwe berekening is de werkelijke verdeling van het vermogen leidend. Eerder werd altijd gerekend met een fictieve verdeling die de Belastingdienst zelf maakte.
Per vermogenscategorie wordt uitgegaan van een fictief rendement dat dicht bij de werkelijke rendementspercentages voor sparen en beleggen ligt.
Hoe is het inkomen in box 3 berekend op de voorlopige aanslag van 2024?
De voorlopige aanslag van 2024 is berekend volgens de nieuwe regels. Per categorie wordt uitgegaan van fictieve rendementspercentages die dicht bij het werkelijke rendement liggen.
De rendementspercentages voor 2024 zijn:
- Banktegoeden: 1,03 procent
- Beleggingen en andere bezittingen: 6,04 procent
- Schulden: 2,47 procent
Het percentage voor beleggingen en andere bezittingen staat al vast. Voor de andere twee onderdelen is het rendementspercentage nog voorlopig. Deze worden begin 2025 definitief vastgesteld.
Voor aanvullende informatie over het inkomen in box 3 kunt u kijken op de site van de Belastingdienst.