De derde dinsdag in september is elk jaar weer een belangrijke dag in ons land. Behalve het voorlezen van de troonrede door koning Willem-Alexander presenteert de minister van Financiën de miljoenennota. In zijn begroting voor het komende jaar staan de maatregelen die het kabinet in petto heeft. Wat betekent dit voor u?
Uit de Miljoenennota selecteerden we de belangrijkste wijzigingen op financieel gebied. Uiteraard met speciale aandacht voor de veranderingen in hypotheken en verzekeringen.
- Het maximale aftrektarief voor de kosten van eigenwoningschulden in de inkomstenbelasting wordt per 1 januari 2021 verlaagd van 46% naar 43%.
- Met ingang van 2021 vervalt de overdrachtsbelasting eenmalig voor iedereen onder de 35 jaar. De overdrachtsbelasting bedraagt 2% van de aankoopsom. iedereen onder de 35 jaar die al een koophuis heeft, kan bij het kopen van een andere woning eenmalig gebruikmaken van de regeling.
- Het eigenwoningforfait daalt voor woningen met een WOZ-waarde tussen de € 75.000 en € 1.090.000 naar verwachting naar 0,50%.
- Tweeverdieners kunnen in 2021 waarschijnlijk meer hypotheek krijgen op basis van hun gezamenlijke inkomen: om de maximale hypotheek te bepalen mag men het tweede inkomen voor 90% meetellen. In 2020 is dit 80%.
- De aftrek wegens geen of geringe eigenwoningschuld wordt in totaal in 30 jaar afgebouwd. In 2019 is daarmee begonnen en was de aftrekpost geen 100%, maar 96,67 % van de bijtelling van het eigenwoningforfait. In 2021 daalt dit percentage naar 90%.
- De gemiddelde WOZ-waarde van woningen stijgt in 2021 met 6 tot 8%.
- De premie voor het basispakket van de zorgverzekering gaat stijgen, naar verwachting rond de € 5 per maand. Dit bedrag kan per verzekeraar verschillen.
Het eigen risico blijft hetzelfde als dit jaar: € 385. - De maximale zorgtoeslag gaat in 2021 omhoog. Het gaat om een maximale stijging van € 99 per jaar voor meerpersoonshuishoudens en € 44 voor alleenstaanden.
- De inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet (Zvw) voor gepensioneerden en zelfstandige ondernemers, stijgt volgend jaar van 5,45% naar 5,75%. Voor werknemers en uitkeringsgerechtigden stijgt deze van 6,70% naar 7,00%.